Betoog
Was de ideale staat van Plato echt zo ideaal?
Nog steeds hebben filosofen veel aan de informatie die de filosoof Plato in zijn tijd (440-500) heeft bedacht. Plato dacht na over vragen als; wat is waarheid en wat is rechtvaardigheid? Voordat Plato zijn ideeën over het volk verspreidde, waren er tirannen aan de macht, met als een van de grote hoofden Socrates. Socrates was het grote voorbeeld van Plato. Tirannie is een vorm van regeren die erg lijkt op de monarchie. Plato vond dat de tirannie een goede manier van besturen was, dat kwam omdat hij filosoof was en vond dat de filosofen aan de macht moesten komen. Hij was dus niet voor de democratie wat veel mensen dachten. Ook had Plato het idee dat je werd geboren met een taak wat je beroep werd, dit betekende dat je niet een eigen baan mocht kiezen. Maar waren de dingen die Plato heeft bedacht echt wel zo ideaal?
Griekenland heeft veel verschillende soorten rechtsvormen gekend. Dit waren onder andere:
- Bestuur door alleenheersers (autocratie)
- Bestuursvormen waaraan alleen de aanzienlijkste burgers deelnamen (oligarchie)
- Bestuursvormen waaraan alle burgers deelnamen (democratie)
De Grieken discussieerden erg veel over de voor- en nadelen van deze bestuursvormen. Eerst lag je macht bij een rijke familie van adel. Edele mannen namen beslissingen over Griekenland en kwamen eens in de zoveel tijd bij elkaar om te discussiëren. Er kwamen in de loop der tijd veel handelaren kwamen en ze verdienden veel geld en dat was meestal zoveel dat ze rijker werden als de edelen. Daarom wilden ze ook een deel van de macht hebben. Hierdoor ontstond de democratie. Helemaal eerlijk was het niet want alleen mannen mochten stemmen.
Het boek wat Plato heeft geschreven heet Politea, wat in het Nederlands; de ideale staat betekend. Dit boek is een gesprek tussen zes mannen; Socrates, Plato's broer, Glaukon, Adeimantos, Thrasymachos en Plato zelf. Deze zes mannen discussiëren over de vraag wat rechtvaardigheid is. Thrasymachos vindt dat dat ligt aan wie de sterkste van de maatschappij is, en Socrates vindt dat juist degenen die zich rechtvaardig gedragen de maatstaf moeten zijn. Zijn idee van mensen die rechtvaardig zijn was mensen die met een beroep zijn geboren en een goede opvoeding hebben die bij hun beroep past.
Socrates vond dat je werd geboren bijvoorbeeld als wachter. Je hele opvoeding werd dan aangepast, zodat je een hele goede wachter kon worden. Een wachter zou dan bijvoorbeeld veel meer fysieke opvoeding krijgen als literaire opvoeding. Socrates vond dat toneel niet goed was voor wachters, zo zouden ze andere mensen na gaan bootsen, terwijl ze juist hun eigen karakter moesten ontwikkelen. Je mocht alleen maar naar speciaal geselecteerde muziek luisteren die speciaal bij jou opvoeding hoorde. Ik vind dat deze kijk op de mens erg verkeerd is. Iedereen zou zijn eigen beroep mogen kiezen, en al helemaal de manier waarop diegene een kind opvoed. Niemand wordt geboren als bijvoorbeeld een boer. Daarom vind ik dit idee van Socrates niet goed.
Socrates verdeelde de bevolking in drie groepen. De eerste twee bestonden uit wachters, en de derde bestond uit boeren, handelaren etc. De eerste groep “bestuurde” de staat, de tweede groep was het leger en de politie en die zorgden ervoor dat de bevelen van de bestuurders opgevolgd werden. De laatste groep was de werkende groep, die ervoor moeten zorgen dat er genoeg materiële en financiële middelen zijn. De wachters mochten erg weinig. Dit kwam omdat Socrates anders dacht dat de wachters de macht zouden grijpen. Ze mochten bijvoorbeeld geen kinderen, geen huis, geen geld, geen vrouw en ze moesten hun maaltijden gezamenlijk eten. Hiervoor heeft Socrates geen wetten gemaakt omdat hij vond dat de wachters dat zelf maar uit moesten vinden.
Dit idee van Socrates klopt niet. Socrates vindt mensen die zich rechtvaardig gedragen de macht moesten krijgen, maar ondertussen mochten de rechtvaardige wachters geen eigen bezittingen, geld, kinderen noem maar op hebben, anders zouden ze te veel macht krijgen. Dit was misschien iets wat Socrates over het hoofd heeft gezien, of wilde hij zelf gewoon de macht houden, en het onmogelijk maken voor anderen om de macht te grijpen...?
Over het algemeen vind ik de ideale staat van Plato helemaal niet zo ideaal, maar voor zijn tijd vind ik dat hij goede ideeën had. Plato was een filosoof en had hele andere ideeën van de mens als zijn volk. Hij vond het belangrijk dat de mens een hoofd en een ziel had, de rest was overbodig. Ik vind dat als je leider van een volk bent, je het volk vertegenwoordigt en daarom vind ik dat je een beetje dezelfde ideeën moet hebben als je volk. Dit had Plato niet. Hij was het niet eens met de democratie, hij vond dat hij zelf heel erg slim was en daarom dacht hij dat hij een goede leider was. Als je kijkt naar de rest van de wereld rond de tijd van Plato zie je veel dictaturen. In de tijd van Plato was er een aristocratie, dit was wat hij zelf een “land bestuurt door de beste noemde”.
Buiten de ideeën van Plato heb ik ook ideeën van Socrates gebruikt. Dit omdat ik een aantal ideeën van Socrates goed te begrijpen vond. Plato was leerling van Socrates en daarom hadden ze dezelfde ideeën, en maakt het qua gedachtes niet zoveel uit of de ideeën van Socrates of van Plato kwamen, want ze stonden er beide achter.
Het is erg moeilijk om kloppende ideeën van Plato te vinden, omdat filosofie een moeilijk onderwerp is en op veel sites verschillende informatie staat. Ik heb geprobeerd om de duidelijkste, ofwel de “hoofd”-ideeën van Plato te beschrijven. Ik hoop hiermee een duidelijk beeld te hebben gegeven over de ideale staat van Plato.
donderdag 23 oktober 2008
6 kenmerkende aspecten Grieken-Romeinen
Cultuur en geloof van de Grieken:
800 v. chr. waren er ongeveer 200 kleine staatjes, deze waren gescheiden door de zee en bergen.
Zo'n staatje werd een Polis genoemd, dit betekend politiek.
In het middelpunt van zo'n staatje stond een versterkte heuvel, een acropolis. Op deze heuvel was een stadje, waar als er oorlog dreigde, de mensen uit het staatje heen vluchten.
Op de acropolissen stond meestal ook een tempel. Hierin werden Griekse goden vereerd.
In het Griekse geloof waren er erg veel goden, voor alles bestond wel een god.
De agora was een plein waar de inwoners van het staatje elkaar ontmoetten, waar handel gedreven werd en waar ze belangrijke beslissingen bespraken.
Later ontstonden er rondom de Acropolissen en de Agoras echte steden, met meer inwoners (zoals ambachtslieden, kooplieden, kunstenaars, soldaten, priesters, geleerden en mensen in dienst van anderen. Ook boeren met land in de buurt woonden hier)
Qua kunst voor de Grieken was de regel duidelijk en simpel, "Niet overdrijven!"
Cultuur Romeinen:
De Romeinse geleerde namen het wereldbeeld van de Grieken over. Alleen over de aarde hadden zij een andere gedachten. Volgens hen was de aarde ene zwevende platte schijf. Ze dachten dat de schijf leefde, om in evenwicht te blijven.
De Romeinen hadden een meer militaire kijk op de mens dan de Grieken. Dit kwam o.a. door de andere waardenstelsels die ze hadden.
De Romeinen keken ook meer praktische naar de mens. Volgens de Romeinen was de mens een burger met rechten en plichten. Ook wilden ze steeds de kwaliteit van het dagelijks leven verbeteren.
Qua kunst was er ook een groot verschil. De kunst ging niet over godsdienst maar over de praktische en militaire kijk op de mens.
Ook vonden ze het erg belangrijk met hoe je met elkaar om ging. Dat was een belangrijke reden om het bestuur te waarderen. Zodat je kon mee beslissen in een rechtspraak.
De belangrijke rechtsregels van de Romeinen:
- Iemand is onschuldig tot zijn schuld is bewezen.
- Iemand die ergens van is beschuldigd, moet de kans krijgen zich te verdedigen.
- Niemand mag worden gestraft voor wat hij denkt.
- De bestuurders van een land mogen zich niet met de rechtspraak bemoeien, dat mogen alleen rechters.
Romeinen waren dus hele nuchtere mensen, ze deden niet alles voor de goden, maar alles wat ze deden hadden ze zelf in de hand. En het waren eerlijke en rechtvaardige mensen.
Toch ontstonden er geloven, zoals het Jodendom en het Christendom.
Politiek van de Grieken:
Soorten Grieks bestuur:
- Bestuur door alleenheerser. (autocratie)
- Bestuursvormen waaraan alleen de aanzienlijkste burgers mochten mee denken met de adel. (oligarchie)
- Bestuursvormen waaraan alle burgers mochten deelnemen. (democratie)
Tussen de Grieken was onderling veel discussie over de voor-/nadelen van zoveel verschillende bestuursvormen.
In het begin was er bij de Grieken sprake van Autocratie. Alleen de adel (rijke families) hadden de macht, de burgers moesten accepteren/uitvoeren wat zij zeiden.
De Raad van Edelen namen alle belangrijke beslissingen. Er was wel een volksvergadering, maar zij stonden sterk onder invloed van de adel, ze moesten stemmen wat de adel wilde.
Later veranderde dit langzaam aan.
De steden kregen last van overbevolking en er kwam een nieuwe bevolkingsgroep bij, de handelaren. Ook was er weinig vruchtbare grond meer. Hierdoor gingen steden over op kolonisatie. Dit is het verspreiden van bevolking over het land, deze mensen vertrokken en stichtte ergens anders een nederzetting/kolonie, zodat ze met elkaar goederen konden uitwisselen en iedereen in leven bleef. Deze kolonies hadden nog goede contacten met de moederstad. Door het uitwisselen van goederen, steeg de handel enorm. Hierdoor werden de handelaren steeds rijker. Uiteindelijk wilden zij ook meer macht en dat lukte uiteindelijk in alle stadsstaten, vrijwillig of na verzet. Toen ontstond er een democratie. Het was niet echt een democratie zoals we dat nu kennen, want vrouwen, slaven en buitenlanders hadden geen stemrecht.
De belangrijke beslissingen werden genomen in de volksvergadering, hier werd het voorstel goed/af gekeurd, bij afkeuring werd een tegenvoorstel ingedient.
De voorbereidingen van de volksvergaderingen werden gedaan door de Raad van Vijfhonderd, deze werden in de gaten gehouden door de ambtenaren.
Deze raad werd ieder jaar opnieuw aangewezen, uit een grote groep mensen die door de volksvergadering was samengesteld.
Het dagelijksbestuur was in handen van een telkens wisselende groep van 50 leden uit de Raad van Vijfhonderd.
Wetenschap van de Grieken:
Voor er wetenschap was, was er alleen maar Mythologie. Dit was het mythologisch verklaren van de wereld. (zoals de goden hem geschapen hadden, het bovennatuur-/-menselijke)
Later kwamen er steeds meer mensen die filosofische verklaringen zochten voor het ontstaan van de wereld.
De filosoof en wiskundige Aristoteles (4e eeuw v. chr.) samen met de astronoom Ptolemaeus (2e eeuw v. chr.) kwamen tot de conclusie dat de aarde een onbeweegbare bol was en het centrum van een bolvormig heelal. Daarbij kon Ptolemaeus deze informatie ook nog onderbouwen met wiskundige berekeningen over banen die de hemellichamen volgen.
Deze ontdekkingen wilde maar bij weinig mensen doordringen, men bleef geloven wat ze altijd al dachten. De aarde was volgens hen een platte onbeweegbare schijf, met hemellichamen daarboven.
Door de eeuwen heen zijn er steeds meer nieuwe wetenschappen bij gekomen:
- Geneeskunde. Vroeger dacht men dat je ziek werd door de goden, en als je beter wilde worden moest je aan de goden offeren. Later ontdektte de art Hippocrates dat het door de natuur kwam, hier kwam hij achter door alles naukeurig bij te houden over de ziektes van zijn patiënten.
- Geschiedenis. Herodotus was de eerste echte geschiedschrijver. Hij reisde veel en noteerde daarbij nauwkeurig wat hij over het verleden van mensen hoorde. Als hij verschillende verhalen over hetzelfde hoorde, schreef hij beide verhalen op en gaf daarna zijn mening over beide.
- Filosofie. Filosofie is het nadenken over dingen. Het stellen diepzinnige levensvragen.
De filosofie is ontstaan in Griekenland, deze mensen wilden niet meer denken zoals anderen, in het bovennatuurlijke.
Socrates was ook een filosoof, hij kwam er al vragend achter hoe de wereld ongeveer in elkaar zat. Hij vond het grootste gevaar voor de mensheid, de domheid, als je "dom" was kwam je nergens.
Voor filosofen was de belangrijkste plaats om vragen aan de orde te stellen het theater.
Imperium:
Na de verovering van de Romeinen op heel Italië (275 v. chr.) wilden de Romeinen ook nog het imperium veroveren (Het imperium is het middellandse Zeegebied en het groot deel van Europa. De Romeinen hebben hierover ongeveer 300 jaar gedaan.
De redenen voor het steeds blijven veroveren van de wereld waren telkens verschillend.
De gevolgen van deze verovering:
- De Romeinen verdeelden hun rijk in Provincies.
- De Senaat werd machtiger onder de Romeinen.
- Het invloed van de griekse cultuur werd steeds groter en sterker.
- Veel boeren raakten hun bedrijf kwijt en trokken naar de steden.
- De arme mensen en de rijke mensen namen toe.
- Er waren veel slaven.
- Er kwam een minder sterk Romeins leger.
Val van het Romeinse rijk:
Na de dood van keizer Theodosius in 395 werd het Romeinse Rijk onder zijn zonen verdeeld in oost en west.
Het West-Romeinse rijk valt in 476 uiteen door een overname van de Germaanse staten. Dit kwam doordat er in de laatste eeuw van het bestaan van het westelijke deel veel Germanen naar het rijk toetrokken. Sommige stokken zich later weer terug, andere bleven. Het bestuur word langzaam overgenomen door de leiders van verschillende Germaanse stammen. Een groot deel van West-Europa kwam daardoor in handen van de Germanen, en uiteindelijk was er niets meer over van het West-Romeinse rijk.
Het Oost-Romeinse rijk blijft nog tot 1453 bestaan, daarna word het veroverd door de Osmaanse Turken.
Deze verovering duurde vele malen langer dan die van de West kant, maar ook het oosten van het romeinse rijk word uiteindelijk overgenomen. Ook dit komt door het bestuur. Steeds meer Osmaanse Turken komen in het bestuur terecht en uiteindelijk lijkt het meer op een oosters despotisme dan op het oorspronkelijke Romeinse bestuur.
Bronnen: Sprekend Verleden Handboek A HAVO.
Profielwerkstuk Geschiedenis "De val van het Romeinse rijk". http://www.scholieren.com/werkstukken/8810
*Gemaakt door Malou
800 v. chr. waren er ongeveer 200 kleine staatjes, deze waren gescheiden door de zee en bergen.
Zo'n staatje werd een Polis genoemd, dit betekend politiek.
In het middelpunt van zo'n staatje stond een versterkte heuvel, een acropolis. Op deze heuvel was een stadje, waar als er oorlog dreigde, de mensen uit het staatje heen vluchten.
Op de acropolissen stond meestal ook een tempel. Hierin werden Griekse goden vereerd.
In het Griekse geloof waren er erg veel goden, voor alles bestond wel een god.
De agora was een plein waar de inwoners van het staatje elkaar ontmoetten, waar handel gedreven werd en waar ze belangrijke beslissingen bespraken.
Later ontstonden er rondom de Acropolissen en de Agoras echte steden, met meer inwoners (zoals ambachtslieden, kooplieden, kunstenaars, soldaten, priesters, geleerden en mensen in dienst van anderen. Ook boeren met land in de buurt woonden hier)
Qua kunst voor de Grieken was de regel duidelijk en simpel, "Niet overdrijven!"
Cultuur Romeinen:
De Romeinse geleerde namen het wereldbeeld van de Grieken over. Alleen over de aarde hadden zij een andere gedachten. Volgens hen was de aarde ene zwevende platte schijf. Ze dachten dat de schijf leefde, om in evenwicht te blijven.
De Romeinen hadden een meer militaire kijk op de mens dan de Grieken. Dit kwam o.a. door de andere waardenstelsels die ze hadden.
De Romeinen keken ook meer praktische naar de mens. Volgens de Romeinen was de mens een burger met rechten en plichten. Ook wilden ze steeds de kwaliteit van het dagelijks leven verbeteren.
Qua kunst was er ook een groot verschil. De kunst ging niet over godsdienst maar over de praktische en militaire kijk op de mens.
Ook vonden ze het erg belangrijk met hoe je met elkaar om ging. Dat was een belangrijke reden om het bestuur te waarderen. Zodat je kon mee beslissen in een rechtspraak.
De belangrijke rechtsregels van de Romeinen:
- Iemand is onschuldig tot zijn schuld is bewezen.
- Iemand die ergens van is beschuldigd, moet de kans krijgen zich te verdedigen.
- Niemand mag worden gestraft voor wat hij denkt.
- De bestuurders van een land mogen zich niet met de rechtspraak bemoeien, dat mogen alleen rechters.
Romeinen waren dus hele nuchtere mensen, ze deden niet alles voor de goden, maar alles wat ze deden hadden ze zelf in de hand. En het waren eerlijke en rechtvaardige mensen.
Toch ontstonden er geloven, zoals het Jodendom en het Christendom.
Politiek van de Grieken:
Soorten Grieks bestuur:
- Bestuur door alleenheerser. (autocratie)
- Bestuursvormen waaraan alleen de aanzienlijkste burgers mochten mee denken met de adel. (oligarchie)
- Bestuursvormen waaraan alle burgers mochten deelnemen. (democratie)
Tussen de Grieken was onderling veel discussie over de voor-/nadelen van zoveel verschillende bestuursvormen.
In het begin was er bij de Grieken sprake van Autocratie. Alleen de adel (rijke families) hadden de macht, de burgers moesten accepteren/uitvoeren wat zij zeiden.
De Raad van Edelen namen alle belangrijke beslissingen. Er was wel een volksvergadering, maar zij stonden sterk onder invloed van de adel, ze moesten stemmen wat de adel wilde.
Later veranderde dit langzaam aan.
De steden kregen last van overbevolking en er kwam een nieuwe bevolkingsgroep bij, de handelaren. Ook was er weinig vruchtbare grond meer. Hierdoor gingen steden over op kolonisatie. Dit is het verspreiden van bevolking over het land, deze mensen vertrokken en stichtte ergens anders een nederzetting/kolonie, zodat ze met elkaar goederen konden uitwisselen en iedereen in leven bleef. Deze kolonies hadden nog goede contacten met de moederstad. Door het uitwisselen van goederen, steeg de handel enorm. Hierdoor werden de handelaren steeds rijker. Uiteindelijk wilden zij ook meer macht en dat lukte uiteindelijk in alle stadsstaten, vrijwillig of na verzet. Toen ontstond er een democratie. Het was niet echt een democratie zoals we dat nu kennen, want vrouwen, slaven en buitenlanders hadden geen stemrecht.
De belangrijke beslissingen werden genomen in de volksvergadering, hier werd het voorstel goed/af gekeurd, bij afkeuring werd een tegenvoorstel ingedient.
De voorbereidingen van de volksvergaderingen werden gedaan door de Raad van Vijfhonderd, deze werden in de gaten gehouden door de ambtenaren.
Deze raad werd ieder jaar opnieuw aangewezen, uit een grote groep mensen die door de volksvergadering was samengesteld.
Het dagelijksbestuur was in handen van een telkens wisselende groep van 50 leden uit de Raad van Vijfhonderd.
Wetenschap van de Grieken:
Voor er wetenschap was, was er alleen maar Mythologie. Dit was het mythologisch verklaren van de wereld. (zoals de goden hem geschapen hadden, het bovennatuur-/-menselijke)
Later kwamen er steeds meer mensen die filosofische verklaringen zochten voor het ontstaan van de wereld.
De filosoof en wiskundige Aristoteles (4e eeuw v. chr.) samen met de astronoom Ptolemaeus (2e eeuw v. chr.) kwamen tot de conclusie dat de aarde een onbeweegbare bol was en het centrum van een bolvormig heelal. Daarbij kon Ptolemaeus deze informatie ook nog onderbouwen met wiskundige berekeningen over banen die de hemellichamen volgen.
Deze ontdekkingen wilde maar bij weinig mensen doordringen, men bleef geloven wat ze altijd al dachten. De aarde was volgens hen een platte onbeweegbare schijf, met hemellichamen daarboven.
Door de eeuwen heen zijn er steeds meer nieuwe wetenschappen bij gekomen:
- Geneeskunde. Vroeger dacht men dat je ziek werd door de goden, en als je beter wilde worden moest je aan de goden offeren. Later ontdektte de art Hippocrates dat het door de natuur kwam, hier kwam hij achter door alles naukeurig bij te houden over de ziektes van zijn patiënten.
- Geschiedenis. Herodotus was de eerste echte geschiedschrijver. Hij reisde veel en noteerde daarbij nauwkeurig wat hij over het verleden van mensen hoorde. Als hij verschillende verhalen over hetzelfde hoorde, schreef hij beide verhalen op en gaf daarna zijn mening over beide.
- Filosofie. Filosofie is het nadenken over dingen. Het stellen diepzinnige levensvragen.
De filosofie is ontstaan in Griekenland, deze mensen wilden niet meer denken zoals anderen, in het bovennatuurlijke.
Socrates was ook een filosoof, hij kwam er al vragend achter hoe de wereld ongeveer in elkaar zat. Hij vond het grootste gevaar voor de mensheid, de domheid, als je "dom" was kwam je nergens.
Voor filosofen was de belangrijkste plaats om vragen aan de orde te stellen het theater.
Imperium:
Na de verovering van de Romeinen op heel Italië (275 v. chr.) wilden de Romeinen ook nog het imperium veroveren (Het imperium is het middellandse Zeegebied en het groot deel van Europa. De Romeinen hebben hierover ongeveer 300 jaar gedaan.
De redenen voor het steeds blijven veroveren van de wereld waren telkens verschillend.
De gevolgen van deze verovering:
- De Romeinen verdeelden hun rijk in Provincies.
- De Senaat werd machtiger onder de Romeinen.
- Het invloed van de griekse cultuur werd steeds groter en sterker.
- Veel boeren raakten hun bedrijf kwijt en trokken naar de steden.
- De arme mensen en de rijke mensen namen toe.
- Er waren veel slaven.
- Er kwam een minder sterk Romeins leger.
Val van het Romeinse rijk:
Na de dood van keizer Theodosius in 395 werd het Romeinse Rijk onder zijn zonen verdeeld in oost en west.
Het West-Romeinse rijk valt in 476 uiteen door een overname van de Germaanse staten. Dit kwam doordat er in de laatste eeuw van het bestaan van het westelijke deel veel Germanen naar het rijk toetrokken. Sommige stokken zich later weer terug, andere bleven. Het bestuur word langzaam overgenomen door de leiders van verschillende Germaanse stammen. Een groot deel van West-Europa kwam daardoor in handen van de Germanen, en uiteindelijk was er niets meer over van het West-Romeinse rijk.
Het Oost-Romeinse rijk blijft nog tot 1453 bestaan, daarna word het veroverd door de Osmaanse Turken.
Deze verovering duurde vele malen langer dan die van de West kant, maar ook het oosten van het romeinse rijk word uiteindelijk overgenomen. Ook dit komt door het bestuur. Steeds meer Osmaanse Turken komen in het bestuur terecht en uiteindelijk lijkt het meer op een oosters despotisme dan op het oorspronkelijke Romeinse bestuur.
Bronnen: Sprekend Verleden Handboek A HAVO.
Profielwerkstuk Geschiedenis "De val van het Romeinse rijk". http://www.scholieren.com/werkstukken/8810
*Gemaakt door Malou
Labels:
Geschiedenis Grieken-Romeinen
Abonneren op:
Posts (Atom)